Inleiding
De gemeente wil inzicht hebben en houden in de risico’s, waardoor we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven ernaar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid en de te bereiken doelen. Dit doet Amersfoort door maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van risico’s, het bewustzijn van medewerkers en management te stimuleren dat risico's onderdeel zijn van het reguliere werk en risico’s bewust onderdeel uit te laten maken van bestuurlijke besluitvorming.
Deze paragraaf bestaat uit de weergave van de belangrijkste financiële risico’s van de gemeente. Deze op geld gewaardeerde risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) worden vervolgens in relatie gebracht met de beschikbare weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen (is beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door benodigde weerstandscapaciteit, ofwel de weerstandsratio) geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is ('voldoende vet op de botten heeft') om de financiële gevolgen van deze risico's op te vangen.
Beleidskader / algemene uitgangspunten
Ter voorbereiding op de jaarrekening is een actualisatie van de risico-inventarisatie uitgevoerd. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Regelmatig moeten we stilstaan bij onze doelstellingen van beleid, programma of project. Ook moeten we nadenken over welke risico's het bereiken van deze doelstellingen in de weg staan. Pas als we onze risico's kennen, kunnen we ook gepaste maatregelen treffen. Hierdoor zijn we als organisatie beter in staat onze doelstellingen te realiseren.
De kengetallen voor netto schuldquote, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit en de beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie leest u terug in het onderdeel IJkpunten financiële positie .
Risicoprofiel
Op basis van de in 2024 uitgevoerde risico-inventarisatie hebben wij voor de begroting 2025 ons risicoprofiel bepaald.
De risico’s bestaan enerzijds uit risico’s die, op het moment dat deze zich voordoen, de gemeente geld gaan kosten (financieel risicoprofiel). Bijvoorbeeld bij het realiseren van een grondexploitatie betekent dit dat de doelstelling – realiseren van bepaalde gebiedsontwikkeling - wel gerealiseerd kan worden maar tegen hogere kosten.
Anderzijds onderscheiden we risico’s die uiteindelijk mogelijk ook geld kosten, maar waar het accent veel meer ligt op het realiseren van beleidsinhoudelijke doelen, kwaliteit van dienstverlening en continuïteit van de bedrijfsvoering en dergelijke (organisatie risicoprofiel). Dit organisatie risicoprofiel is via risicosessies binnen de organisatie geïnventariseerd. Voor de komende jaren willen we de organisatierisico’s verder doorontwikkelen met andere dan financiële risico's gericht op de realisatie van de beleidsinhoudelijke doelen, vanuit de breedte van de begrotingsprogramma's.
Hieronder zijn de belangrijkste risico’s nader uitgewerkt. Per risico zijn ook de belangrijkste beheersmaatregelen genoemd: wat te doen om de risico’s te voorkomen dan wel te beperken?
Waar van toepassing is het financieel effect opgenomen: voor de risico’s met een direct kwantificeerbaar effect is het bedrag voor de benodigde weerstandscapaciteit bepaald (bedragen x € mln.).
Tabel: PW.01 Top 25 belangrijkste risico's
(x mln.)
RISICO | BEHEERSMAATREGEL | FINANCIEEL EFFECT* |
---|---|---|
1. Programma Omgeving | ||
1.2 Grondexplotaite en Ruimtelijke Ordening | ||
Gebiedsexploitatie Kop van Isselt - ROVA | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 5,9 |
Gebiedsexploitatie Hoefkwartier | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 4,1 |
Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 1,4 |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | Enerzijds wordt het krediet geïndexeerd. Anderzijds worden 15 gebouwen tegelijkertijd voorbereid en sturen we zodanig dat de totaalsom voor deze gebouwen past. | 1,4 |
Risico strategisch vastgoed: dat bij verkoop de opbrengst lager is dan de boekwaarde van het desbetreffende strategische vastgoed. | Periodieke toetsing of de boekwaarde niet hoger is dan de marktwaarde. Als dat wel zo is, dan moet er afgeboekt worden. | 0,8 |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | Themateam netcongestie met selectie van engineers van aannemers om te ontdubbelen en kennis te delen heeft plaatsgevonden. Naar schatting ontstaat in 15% van de gebouwen rework op het moment dat netcongestie is opgelost. | 0,8 |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,6 |
Grondexploitatie Wieken / Bloeidaal | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,5 |
Kavels over de laak | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,5 |
2. Programma Sociaal | ||
2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | ||
Hogere zorglasten dan begroot door het onvoldoende kunnen behalen van de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd. | Het voortdurend monitoren en waar nodig inhoudelijk en financieel bijstellen van beleid en maatregelen teneinde de gewenste resultaten alsnog te behalen. | 1,7 |
Stijgende lasten ondersteuning en zorg door (bovenmatige) autonome groei binnen de Wmo en Jeugdwet die niet tijdig wordt gesignaleerd. | Het bouwen van dashboards en monitoring samen met accountmanagement en datawarehouse om de trends en ontwikkelingen in de zorguitgaven te volgen. Verder is de verwachting dat in de loop van 2024 er meer taakgericht gewerkt gaat worden met een afbouw in het aantal aanbieders. | 0,6 |
De wet Omzetbelasting is in juli 2022 aangepast bij het onderdeel 'ter beschikking stellen van personeel'. De aangepaste regelgeving houdt een risico in dat (een deel) van (nieuw) ingekochte diensten in het sociaal domein (op termijn, namelijk bij ingang nieuwe contracten) BTW plichtig zouden kunnen worden waardoor de kosten van de ingekochte diensten aanzienlijk hoger uit zouden kunnen vallen. | Bij ingang van het nieuwe contract bij MetMaya ( per 1 januari 2024 de nieuwe jeugdaanbieder), wordt zorgvuldig afgewogen op welke wijze de dienstverlening zodanig vormgegeven kan worden dat dit risico, daar waar mogelijk, beperkt kan worden. | 0,6 |
Wmo aanbieders die een beroep doen op de gemeente voor financiele ondersteuning bij het voordoen van (ondernemers) risico's. | Vanuit de gemeente periodiek contact onderhouden met aanbieders om tijdig knelpunten te signaleren waardoor het mogelijk is eventueel bij te sturen. | 0,5 |
Stijgende lasten ondersteuning en zorg door aanzuigende werking nabijheid verwijzers. | Het bouwen van dashboards en monitoring samen met accountmanagement en datawarehouse om de trends en ontwikkelingen in de zorguitgaven te volgen. Verder is de verwachting dat in de loop van 2024 er meer taakgericht gewerkt gaat worden met een afbouw in het aantal aanbieders. | 0,4 |
Door de wettelijke eisen en de daardoor toename van regeldruk op de gebieden van privacy, HRM en ICT komen de financiële resultaten en de uitvoeringskracht van de gemeenschappelijke regelingen steeds verder onder druk te staan. Het is de verwachting dat er meer investeringen in ICT en personeel nodig zullen zijn in de nabije toekomst om te voldoen aan deze eisen en om de bedrijfsvoering kwalitatief op niveau te houden. | Scherpe monitoring vanuit de gemeente en regelmatig overleg met de bedrijfsvoering organisaties om een efficiënte bedrijfsvoering te bewerkstelligen. | 0,3 |
Het niet kunnen voorzien in voldoende opvangplekken voor dak en thuislozen als de huidige aanbestedingsprocedure maatschappelijke opvang zonder resultaat wordt afgesloten in 2024. We zien dat de opgave voor huisvesting van kwetsbare groepen onverminderd groot is in Amersfoort. Het aantal dak- en thuislozen in Amersfoort neemt toe. Dit zorgt voor extra druk op de maatschappelijke opvang en daarnaast ook onrust op locatie en straat. Indien de aanbesteding niet leidt tot extra opvangplekken zijn de maatschappelijke kosten groot (meer daklozen op straat, toename complexe problematiek, meer inzet tijdelijke opvanglocaties en daardoor hogere opvangkosten). | Voor dit risico is geen beheersmaatregel in te regelen, behalve het zorgvuldig voeren van een aanbestedingstraject waarbij we de ambities en inhoudelijke transformatiedoelstellingen uit de regiovisie Samen in de Wijk waarborgen. | 0,3 |
2.2 Werk en inkomen | ||
Door een blijvende hoge instroom van statushouders (verhoogde taakstelling) kan er een druk ontstaan op de re-integratiemiddelen omdat de kosten voor begeleiding van deze doelgroep op het gebied van participatie en werk toenemen. | -. Wij monitoren de ontwikkelingen en sturen, indien mogelijk, bij en leggen tijdig de keuzes hieromtrent voor aan het bestuur. | 0,4 |
3. Programma Bedrijvigheid | ||
3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | ||
Prioritering in het onderhoudsprogramma, als gevolg van budgettaire overwegingen, of agv beperkte personele capaciteit, afstemming met nutsbedrijven (sanering brosse gasleidingen) of andere stedelijke ontwikkelingen (energietransitie, woningbouw) leidt tot uitstel of vertraging van noodzakelijk groot onderhoud, waardoor kosten ontstaan om veiligheid te borgen. | Inzicht in veranderingen in kwaliteit en waar dit optreedt, goede afstemming met alle relevante partijen. | 0,8 |
Herstelkosten als gevolg van extreme weersomstandigheden (droogteschade, storm- en vorstschade, en wateroverlast). | Met onze regelmatige veiligheidscontroles en beheermaatregelen beperken we het risico van stormschade zoveel mogelijk. Bij herinrichting van de openbare ruimte houden we rekening met de actuele inzichten op dit gebied om de risico's van overtollig water en droogte op lange termijn zo efficiënt mogelijk te beheersen. Droogteschade wordt beperkt door maatregelen om water vast te houden en rekening te houden met de beplantingskeuze. | 0,5 |
4. Programma Bestuur | ||
4.1 Dienstverlening | ||
Inkomsten uit leges (omgevingsvergunning) blijven onzeker omdat zij mee-fluctueren met de economische ontwikkelingen. Ondanks nieuwe wetgeving (WKB/Omgevingswet) blijft bouwtoezicht nodig. Het risico bestaat dat de legesinkomsten de kosten niet voldoende dekken. Dit wordt aan de ene kant veroorzaakt door minder legesinkomsten (voor sommige categorieën vervalt de technische toets) en aan andere kant door meer handhaving. | Er is een Formatienormeringsysteem. We werken met een flexibele schil van 3 á 4 FTE. Betaling van leges volgen we op de voet. | 0,7 |
Organisatiebreed | ||
Het risico dat de gemeente onvoldoende goede mensen kan binden en werven vanwege de krappe arbeidsmarkt. | Binden | n.v.t. |
Risico dat onvoldoende wordt geanticipeerd op impactvolle externe ontwikkelingen, waaronder pandemieën en crises, en hierdoor minder gemeentelijke doelen worden gerealiseerd. | - Blijven werken aan bewustwording op externe omgeving om op tijd in te kunnen spelen op snel veranderende omstandigheden. | n.v.t. |
-. Risico op discontinuïteit bedrijfsvoering door verstoring automatisering door cyberdreigingen. | - Blijven investeren in cultuur van bewustwording automatiserings-risico’s. | n.v.t. |
Door ontbreken van scherpe doelstellingen bestaat het risico dat niet kan worden vastgesteld of maatschappelijk effect bereikt is/wordt. | - Transparantie in de mogelijkheden die de gemeente heeft om maatschappelijke effecten- en doelen te bereiken. | n.v.t. |
De bereidheid om risico’s te nemen (accepteren) is niet volwassen en te impliciet. Dit leidt tot besluiteloosheid en suboptimale resultaten. | - Blijven bevorderen van een open cultuur waarbij vanuit vertrouwen en professionaliteit ‘alles op tafel komt’. | n.v.t. |
Benodigde weerstandscapaciteit
Ons financiële risicoprofiel bepaalt onze benodigde weerstandscapaciteit. Dit is het bedrag dat nodig is om de financiële gevolgen van de risico’s op te vangen. Aangezien niet alle financiële risico’s tegelijkertijd en in maximale opvang optreden, maken we gebruik van een simulatie-methode om de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen te bepalen.
Deze benodigde weerstandscapaciteit bedraagt, bij een zekerheidspercentage van 90%, € 32,9 miljoen. Dit betekent dat we met 90% zekerheid kunnen zeggen dat het totale risicobedrag tussen de € 0 en € 32,9 miljoen uitkomt. Dit bedrag hebben we nodig als tijdelijke overbrugging om onze risico’s financieel op te vangen. Wel dienen we, als de risico's zich voordoen, incidentele of structurele maatregelen te treffen om de gevolgen van de risico's op te vangen.
Onderstaande tabel laat zien hoe de benodigde weerstandscapaciteit vanuit de verschillende programma’s is opgebouwd.
Tabel: PW.02 Benodigde weerstandscapaciteit
(x mln.)
PROGRAMMA | BEGROTING 2025 (STAND 30-06-2024) | JAARREKENING 2023 (STAND 31-12-2023) | STIJGING/ DALING T.O.V. JAARREKENING 2023 |
---|---|---|---|
1. Programma Omgeving | 18,5 | 22,9 |
|
1.1 Energietransitie | 0,0 | 0 | = |
1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke Ordening | 17,4 | 21,7 | ↓ |
1.3 Wonen | 0,0 | 0,1 | ↓ |
1.4 Mobiliteit | 1,1 | 1,1 | = |
2. Programma Sociaal | 6,0 | 5,8 |
|
2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | 4,5 | 4,6 | ↓ |
2.2 Werk en Inkomen | 0,9 | 0,7 | ↑ |
2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | 0,6 | 0,5 | ↑ |
3. Programma Bedrijvigheid | 4,4 | 4,0 |
|
3.1 Economie | 0,1 | 0,0 | ↑ |
3.2 Kunst, Cultuur en evenementen | 0,1 | 0,1 | = |
3.3 Handhaving | 0,0 | 0,0 | = |
3.4 Sociale en fysieke veiligheid | 0,2 | 0,2 | = |
3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | 4,0 | 3,7 | ↑ |
4. Programma Bestuur | 2,9 | 3,4 |
|
4.1 Dienstverlening | 1,4 | 1,3 | ↑ |
4.2 Bestuur en regionale samenwerking | 0,2 | 0,2 | = |
4.3 Bedrijfsvoering | 1,4 | 1,9 | ↓ |
5. Programma Algemene dekkingsmiddelen | 0,7 | 0,6 |
|
5.1 Financiën | 0,7 | 0,6 | ↑ |
TOTAAL | 32,4 | 36,7 |
|
Tabel: PW.03 Risico’s met grootste mutatie weerstandscapaciteit
OMSCHRIJVING | PROGRAMMA | BEGROTING 2025 | JAARREKENING 2023 | MUTATIE |
---|---|---|---|---|
Gebiedsexploitatie Hoefkwartier | 1. Omgeving | 4.081 | 7.201 | -3.120 |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied | 1. Omgeving | 548 | 2.050 | -1.502 |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | 1. Omgeving | 1.347 | 137 | 1.210 |
Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | 1. Omgeving | 1.443 | 2.199 | -756 |
Kavels over de laak | 1. Omgeving | 461 | 1.192 | -731 |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | 1. Omgeving | 782 | 78 | 704 |
* Het risico had in de Jaarrekening 2023 voor een hoger bedrag moeten worden opgenomen, echter door een menselijke fout was dit te laag opgenomen.
Ten opzichte van de vorige inventarisatie (jaarrekening 2023) is de benodigde weerstandscapaciteit afgenomen met € 3,8 miljoen. Dit houdt voornamelijk verband met bovenstaande grote mutaties. Voor een groot gedeelte wordt de daling veroorzaakt door de afname van de benodigde weerstandscapaciteit voor de (bestaande) grondexploitaties.
Verloop benodigde weerstandscapaciteit (Meerjarenperspectief)
De benodigde weerstandscapaciteit zal in de komende jaren naar verwachting afnemen van € 32,9 miljoen in 2025 naar € 22,7 miljoen in 2028.
In de opbouw van de benodigde weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de grondexploitaties en anderzijds de overige (programma) risico's.
Tabel: PW.0.4 Verloop benodigde weerstandscapaciteit
(x € mln.)
| JAARREKENING 2023 | BEGROTING 2025 | BEGROTING 2026 | BEGROTING 2027 | BEGROTING 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Totaal programma-risico's (excl. grondexploitaties) | 24,7 | 19,7 | 20,4 | 21,2 | 18,8 |
Totaal risico's grondexploitaties | 15,9 | 12,7 | 9,8 | 5,9 | 3,5 |
TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDCAPACITEIT | 40,6 | 32,4 | 30,2 | 27,1 | 22,3 |
De daling in het meerjarenperspectief wordt grotendeels veroorzaakt door de afname in de benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties. De basis voor het meerjarenperspectief van de grondexploitaties is in mei 2024 vastgestelde meerjarenprogramma grondexploitaties (MPG ) 2023. Het MPG laat voor de bestaande grondexploitaties op termijn een daling zien van het benodigde weerstandsvermogen (van € 12,7 miljoen in 2025 naar € 3,5 miljoen in 2028). Voor het merendeel van de grondexploitaties geldt dat in de loop der jaren het risicoprofiel daalt en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit.
In de zomerrapportage is gemeld dat er vertragingen worden verwacht bij grondexploitaties, als gevolg van o.a. netcongestie, economische ontwikkelingen. Dit heeft ook consequenties voor de risico’s in de grondexploitaties. Omdat de planning waarschijnlijk niet wordt gehaald, zullen de risico’s ook vertraagd afnemen. Bij de komende herzieningen, in het kader van de jaarrekening 2024, zal dit concreet in beeld gebracht worden.
In dit geactualiseerde meerjarenprogramma worden nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meegenomen. Dit omdat de ontwikkelstrategie nog niet vastligt en ook andere ruimtelijke en financiële kaders niet zijn vastgesteld (besluit raad). Toch kunnen deze ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld Kop van Isselt, Bovenduist en de herontwikkeling van het huidige Stadhuis(gebied) een substantieel risicoprofiel met zich meebrengen. Dit is mede afhankelijk van de gekozen ontwikkelstrategie. Een voorlopige inschatting is dat genoemde ontwikkelingen een impact op het gemeentelijk risicoprofiel kunnen hebben van tussen de € 10 miljoen en €20 miljoen.
Voor de overige (programma) risico's fluctueert de benodigde weerstandscapaciteit in begrotingsjaren 2026-2028. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het risico dat het huidig kabinet minder middelen ter beschikking stelt voor het uitvoeren van het klimaatakkoord en door 2 risico's binnen Programma Sociaal welke betrekking hebben op de aanpassing van de wet Omzetbelasting waardoor ingekochte diensten BTW-plichting kunnen worden en door WMO aanbieders die potentieel een beroep doen op de gemeente voor financiële ondersteuning bij het voordoen van risico's.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de saldireserve. Deze reserve kunnen we inzetten om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen. Wel is het zo dat de saldireserve ook beschikbaar is voor cofinancieringsregelingen die niet uit de reguliere begroting gedekt kunnen worden. We verwachten dat de komende jaren een bedrag van ongeveer € 10 miljoen hiervoor nodig zou kunnen zijn. Dit betekent dus dat, wanneer er sprake is van een cofinancieringsregeling, er geld uit de saldireserve gehaald zou kunnen worden en dat de beschikbare weerstandscapaciteit dan lager is dan nu verondersteld. We houden daar in de onderstaande cijfers nu geen rekening mee.
Tabel: PW.05 Beschikbare weerstandscapaciteit
(x mln.)
| JAARREKENING 2023 | BEGROTING 2025 |
---|---|---|
Stand saldireserve | 87,8 | 76,5 |
TOTAAL BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT | 87,8 | 76,5 |
De beschikbare weerstandscapaciteit is lager dan bij de jaarrekening. Dat komt met name door onttrekkingen aan de saldireserve ten behoeve van de begroting 2024 en 2025.
Weerstandsvermogen
Als indicator gebruiken we de weerstandsratio. De weerstandsratio is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Met andere woorden: het bedrag dat we aan reserves beschikbaar hebben om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen, gedeeld door het bedrag dat we op basis van ons risicoprofiel nodig hebben. Deze ratio moet eigenlijk conform de door uw Raad vastgestelde ijkpunten tussen de 1,2 en 1,5 liggen. De weerstandsratio komt in 2025 op 2,3 uit en daalt de jaren erna richting 1,5. Omdat er de komende jaren nog zwaar financieel weer aan zit te komen, is ons college geen voorstander om de weerstandsratio nu al af te romen naar 1,5. Onderstaande tabel geeft de vergelijking weer van de weerstandsratio eind 2023 met de begrotingen 2025 tot en met 2028.
Tabel: PW.06 Verloop van het weerstandsvermogen
(x mln.)
| JAARREKENING 2023 | BEGROTING 2025 | BEGROTING 2026 | BEGROTING 2027 | BEGROTING 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 87,8 | 76,5 | 64,8 | 50,8 | 33,0 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 36,7 | 32,4 | 30,1 | 27,2 | 22,3 |
WEERSTANDSVERMOGEN (RATIO) | 2,4 | 2,4 | 2,2 | 1,9 | 1,5 |
Het beeld van de weerstandsratio is de komende jaren nog positief, maar laat wel een dalende tendens zien. Dat komt omdat we elk jaar meer geld uitgeven dan we ontvangen. We teren dus in op onze saldireserve. We voldoen nog wel alle jaren aan de normen die uw Raad heeft vastgesteld. Wanneer we echter de saldireserve in 2025 al zouden afromen tot een ratio van 1,5, komt de ratio de jaren erna onder de door uw Raad vastgestelde norm uit.