Inleiding
In deze paragraaf vindt u beschreven welke beleidskaders er zijn voor onze kapitaalgoederen. Ook benoemen wij de financiële consequenties van dit beleid. We doen dit voor de volgende kapitaalgoederen:
• Wegen en infrastructuur
• Riolering
• Kunstwerken
• Water
• Groen
• Gebouwen
De eerste 5 onderdelen hebben betrekking op de openbare ruimte. Wij zetten ons in voor een stad met een gezonde, schone en veilige leefomgeving voor mensen en dieren. Daarbij geven we de transitie vorm naar een groene, klimaatbestendige en circulaire stad en samenleving.
Daarnaast zetten wij onze gebouwen in voor het bereiken van bestuurlijke doelen, zoals het huisvesten van culturele instellingen, scholen, sportverenigingen en wijkcentra.
Beleidskader – Openbare Ruimte
Inleiding
We werken voortdurend aan het in stand houden van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen, riolering, groen en verlichting. Het daarvoor gewenste niveau ‘de Amersfoortse basis’ is in 2021 vastgelegd in het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 (vastgesteld juni 2021). Het uitvoeren van het beheer en onderhoud is gebaseerd op vier beleidsdoelen:
- We voldoen aan onze zorgplicht voor een veilige en functionele openbare ruimte, zowel boven als ondergronds.
- Onze inwoners zijn tevreden over (het beheer van) de openbare ruimte in de stad.
- Bij het uitvoeren van beheer en onderhoud geven we invulling aan ambities en opgaven, om de openbare ruimte te verbeteren, toekomstbestendig te maken, aan te passen op veranderingen in het klimaat en te laten passen bij de maatschappelijke behoeften. We doen dit op een duurzame wijze. We nemen de realisatie van overige ambities en opgaven in de openbare ruimte mee, mits hiervoor cofinanciering beschikbaar gesteld is.
- Wij stimuleren en faciliteren zelfbeheer en initiatieven van inwoners in de openbare ruimte.
Uitgangspunt voor de programmering is dat de openbare ruimte veilig en functioneel blijft en er geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Dit is samen te vatten als de 'technische noodzaak'. Vanuit deze opgave zoeken we continu naar kansen om ook invulling te geven aan andere ambities en opgaven. We overleggen met omwonenden en belanghebbenden bij projecten en zoeken naar mogelijkheden om hun wensen in de uitvoering op te nemen. Dit vraagt vaak om afstemming en clustering van werkzaamheden en projecten op wijkniveau. We werken daarom gebiedsgericht per wijk of buurt.
Financiën
De instandhouding (groot onderhoud en vervangen) van de openbare ruimte wordt gedekt vanuit diverse voorzieningen en vervangingsinvesteringen. De tabel geeft een overzicht voor de beschikbare middelen voor 2025 tot en met 2028. Voor deze periode gaat in het totaal om bijna € 158 mln, zie tabel PO.01. Hiervan betreft ruim € 46 mln. dekking van de lasten van riolering en watertaken (11,7 mln + 34,6 mln.). De overige € 111 mln. is ten behoeve van groot onderhoud en vervanging van de openbare ruimte (26,4 mln. + 84,9 mln.). Het ‘Meerjarenuitvoeringsprogramma openbare ruimte 2025-2028’ (verder ‘MJP-OR’) geeft een gedetailleerd overzicht welke projecten voor deze middelen zijn gepland.
Tabel: PO.01 Beschikbare middelen instandhouding openbare ruimte en riolering
| T/M 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | TOTAAL |
---|---|---|---|---|---|---|
Voorziening OR | € 7.715 | € 4.682 | € 4.682 | € 4.682 | € 4.682 | € 26.443 |
Voorziening onderhoud riolering (tijdelijk) | € 11.661 |
|
|
|
| € 11.661 |
Vervangingsinvesteringen OR | € 21.236 | € 25.438 | € 10.868 | € 15.925 | € 11.429 | € 84.896 |
Vervangingsinvesteringen riolering | € 8.159 | € 6.440 | € 6.670 | € 6.670 | € 6.670 | € 34.609 |
TOTAAL | € 48.771 | € 36.560 | € 22.220 | € 27.277 | € 22.781 | € 157.609 |
We dekken het in stand houden van de openbare ruimte en riolering vanuit de volgende middelen:
• Exploitatie (dagelijks en groot onderhoud, zoals integrale wijkonderhoudsbestekken).
• Voorziening groot onderhoud openbare ruimte (groot onderhoud wegen/openbare ruimte, baggeren en vervanging groen en bomen). Er wordt jaarlijks € 4,7 mln. in de voorziening gestort. Verwachting is dat er begin 2025 nog € 7,7 mln. resteert in de voorziening.
• Voorziening groot onderhoud riolering (ex artikel 44 lid 1c BBV): Dit is een voorziening ten behoeve van nog niet uitgevoerde projecten uit het GRP 2012-2021. Hier is oorspronkelijk 26,9 miljoen gestort vanuit de voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV). Deze voorziening wordt opgeheven wanneer de projecten zijn afgerond. Er resteert nog € 11,6 mln.
• Vervangingsinvesteringen openbare ruimte (ten behoeve van vervanging van o.a. integrale herinrichtingen, wegen, openbare verlichting, bruggen, kademuren, grote speelplekken en kunstgrasvelden).
De onderdelen van de openbare ruimte die worden vernieuwd worden geactiveerd conform de BBV. De benodigde bedragen voor vervangingsinvesteringen zijn berekend in het integraal beheerplan Openbare ruimte 2022-20231. De bedragen wordt jaarlijks in de kadernota aangevraagd. Een deel van nog niet uitgegeven investeringsbedragen zijn verdeeld over de periode 2025-2028. Daarmee is in totaal ongeveer € 85 mln. beschikbaar, voor de uitvoering van de in het MJP-OR vastgelegde projecten.
• Voorziening toekomstige vervangingsinvesteringen riolering (ex artikel 44 lid 1d BBV) dit betreft de projecten in het kader van gemeentelijke watertaken, zoals het aanleggen of vervangen van riolering, zoals opgenomen in het GRP 2022-2031. Deze voorziening vangt fluctuaties in de lasten door investeringen op en voorkomt de stijging van kapitaallasten. Er wordt in de komende vier jaren in totaal € 26,5 mln. gestort.
Daarnaast hebben we nog de Voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV). Dit is een egalisatievoorziening voor het productsaldo riolering. Het meerdere in de voorziening wordt aangewend ter dekking van de kapitaalslasten van investeringen uit de periode 2018-2020.
Uitvoeringsprogramma openbare ruimte 2025-2028
Voor het groot onderhoud en vervangingen stellen we jaarlijks een voortschrijdend meerjarenuitvoerings-programma openbare ruimte (MJP-OR) op. Dit programma bevat de concrete activiteiten en projecten die we in voorbereiding en uitvoering nemen en de kosten daarvan (voor engineering, uitvoering en bijkomende kosten). Het MJP-OR beslaat steeds een periode van vier jaar, gelijklopend met de periode van de meerjarenbegroting. In het MJP-OR worden ook de projecten voor de gemeentelijke riolering opgenomen. De besluitvorming en dekking daarvan loopt via het Gemeentelijke Rioleringsplan Amersfoort 2021-2031 (GRP), vastgesteld in juni 2021. Deze bevatte een werkprogramma tot en met 2025. In 2024 wordt de aanvullende werkplanning 2026-2031 vastgesteld.
Het MJP-OR 2025-2028 geeft een compleet overzicht en een uitgebreidere toelichting op gerealiseerde projecten en de planning voor de komende jaren. Voor de periode 2025-2028 zijn dit ongeveer 120 projecten; zowel integrale projecten met een gecombineerde aanpak van riolering, wegen, groen, kunstwerken en verlichting, als ook sectorale projecten voor één van deze onderdelen.
De integrale herinrichtingsprojecten liggen momenteel vooral in oudere woonwijken als De Berg Noord en Zuid en het dorp Hooglanderveen. Voorbeelden zijn de herinrichting van Indische Buurt, Hooglanderveen-dorp, Aletta Jacobslaan en omliggende straten. De aandacht verschuift langzamerhand naar wijken zoals Randenbroek, Schuilenburg en Liendert. In Liendert werken we vanuit een visie op wijkniveau aansluitend op het wijkperspectief en omgevingsprogramma Liendert.
Sectorale projecten in het MJP-OR 2025-2028 zijn o,a, het programma om asfaltdeklagen te vervangen op hoofdwegen, een grootschalig vervangingsprogramma om openbare verlichting te vernieuwen en energiezuiniger te maken, het relinen van rioleringen en vervangen van langzaamverkeersbruggen in Kattenbroek.
Aandachtspunten bij uitvoeringsprogramma 2025-2028
Beheer en onderhoud van de openbare ruimte zijn langlopende processen die langzamerhand veranderen en zich aanpassen aan nieuwe vragen en opgaven. Daarmee is de situatie rondom beheer en onderhoud vergelijkbaar met de afgelopen jaren, maar zijn er wel trends zichtbaar. In deze paragraaf wordt een aantal van deze trends en actuele ontwikkelingen toegelicht.
• We hebben een achterstand in de uitvoering van projecten. De uitgaven ten aanzien van vervanging en herinrichting blijven achter bij de beschikbare middelen. Op verschillende manier leveren we extra inspanning om de realisatie te versnellen en deze achterstand in te lopen. 'Openbare ruimte' wordt binnen de gemeente als grote opgave gezien en krijgt daarmee een sterkere prioriteit. We vergroten de capaciteit door meer projectleiders en we werken aan een verbeterde projectsturing.
Het gevolg van achterlopen op de planning is de benodigde extra inzet en middelen van het dagelijks onderhoud om de openbare ruimte veilig te houden. Omdat projecten vanuit een technische noodzaak op de planning zijn opgenomen leidt uitstel en vertraging tot hogere kosten in het dagelijks onderhoud. Inschatting is dat vanuit verhardingen en het wijkonderhoud ongeveer € 200.000 per jaar nodig is om de veiligheid te waarborgen, wat geprobeerd wordt op te vangen binnen programma 3 bedrijvigheid. Waar de veiligheid en functionaliteit niet direct in het geding zijn wordt de beeldkwaliteit en ‘toonbaarheid’ van de onze openbare ruimte aangetast. Denk bijvoorbeeld aan verouderde beplantingsvakken.
• Beheeropgaven zijn meer en meer verweven met alle andere relevante maatschappelijke opgaven in de stad. Dit toont zich in de doelen die we nastreven bij herinrichtingen en werkzaamheden in de openbare ruimte. Naast het realiseren van een goede technische kwaliteit en veiligheid dragen we bij aan het realiseren van beleid op bijvoorbeeld het gebied van vergroening, toegankelijkheid, circulariteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, gezondheid, mobiliteit, bewegen en ontmoeten. Het geactualiseerde Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) geeft handvatten om deze beleidsthema's te vertalen naar projectmaatregelen. Daarmee worden ambities, keuzes en resultaten beter inzichtelijk en navolgbaar. Dit is ook noodzakelijk omdat er letterlijk de ruimte ontbreekt om aan alle ambities invulling te geven en ruimtevragers toenemen. Denk dan ook aan inbreiding door woningbouw, maar ook deelvervoerhubs, buurtbatterijen, laadpalen, pakketkluizen, etc.
• De complexiteit van de programmering neemt toe door alle andere ontwikkelingen in de openbare ruimte. Met name de energietransitie en de bijbehorende aanleg, aanpassing en verzwaring van ondergrondse netten voor warmte en elektriciteit vraagt afstemming. We overleggen intensief met netbeheerders en werken aan een gezamenlijke programmering onder de naam 'SPRONG'. Dit biedt ons een grotere voorspelbaarheid en daardoor minder afbreukrisico in de projecten. Belangrijk doel van afstemming en samenwerking is ook om hinder en overlast voor bewoners en gebruikers van de stad zo veel mogelijk te beperken. Zeker waar meerdere projecten tegelijk lopen neemt lawaai van machines en een lastige bereikbaarheid snel toe.
• We werken gebiedsgericht en proberen steeds meer vanuit een visie op de wijk of buurt projecten aan te pakken en te combineren. Daarmee voorkomen we verrassingen (en dientengevolge het stilleggen van een project), maar kunnen we ook beter invulling geven aan opgaven.
• De afgelopen jaren zijn prijzen van materialen, energie en brandstoffen aanzienlijke gestegen. Daarbij leidt ook schaarste in capaciteit tot een verhoging van de prijzen. In veel contracten van lopende projecten mogen prijsindexaties worden doorgevoerd. Kortom de kosten van de uitvoering van projecten stijgt. Op dit moment leiden de kostenstijgingen nog niet tot uitstel van projecten.
Amersfoortse basis
Het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 vat de beoogde kwaliteit van het beheer en onderhoud samen als ‘Amersfoortse basis’. De kern hiervan is dat we continu zorgen voor een veilige en functionele openbare ruimte en daarmee voldoen aan onze zorgplicht. Gemeente Amersfoort zorgt dat de beeldkwaliteit van de openbare ruimte voldoet aan CROW-B-kwaliteit conform de CROW Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte. Om aan het beeldkwaliteitsniveau ‘B’ te voldoen, is de norm dat maximaal 20% van de openbare ruimte een lage (‘C’) of zeer lage kwaliteit (‘D’) mag hebben. Deze kwaliteit wordt over het algemeen door de hele stad gehaald. Wel staat deze in enkele buurten onder druk door het later vervangen van wegen en groen dan gewenst, zoals toegelicht onder 'aandachtspunten bij het uitvoeringsprogramma 2025-2028'. We zien als gevolg daarvan overschrijdingen van de begroting om deze kwaliteit te behouden, met name om het veilig gebruik van de openbare ruimte te waarborgen. In de Binnenstad is de norm voor de bovengrondse openbare ruimte beeldkwaliteitsniveau ‘A’, maar in de praktijk ligt de gerealiseerde kwaliteit hier iets onder. De hoge gebruiksdruk en de bijbehorende extra slijtage zijn hiervan oorzaken.
Eén van de redenen van veel en zich herhalende schades aan verhardingen is de opdruk van boomwortels. Dit komt in de hele stad voor, maar is vooral heel duidelijk in de noordelijke wijken als Zielhorst, Kattenbroek en Nieuwland. Er is een analyse uitgevoerd naar het voorkomen en mogelijke oplossingen. In het MJP-OR 25-28 is een reservering gedaan voor deze projecten, zodat we komende jaren de meest ernstige plekken kunnen aanpakken. Daarbij zoeken we een structurele aanpak van de schade in verhardingen waarbij bomen behouden worden en van betere groeiplaatsen worden voorzien.
Onderhoud
Tabel: PO.02 Onderhoudstabel
Onderdeel openbare ruimte | TECHNISCHE STAAT | INSPECTIE- MONITORINGSMETHODE |
---|---|---|
Groen | B | Beeldkwaliteit CROW kwaliteitscatalogus |
Bomen | B | Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen/ BVC-inspectie |
Spelen | B | Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen |
Oevers en beschoeiingen | B-C | Inspectie op veiligheid |
Wegen | B | Inspectie CROW schadebeelden/beeldkwaliteit |
Civiele kunstwerken | B | Inspectie op veiligheid/ functionaliteit |
Openbare verlichting | B | Inspectie op functionaliteit/ NSVV-normen/ beeldkwaliteit |
Riolering | B | Functioneel niveau/ RIONED-normen |
Beleidskader – Gebouwen ten behoeve van maatschappelijke en ruimtelijke beleidsdoelstellingen
De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat in hoofdlijn uit twee delen: het maatschappelijk vastgoed en het strategische vastgoed. In totaal zijn het circa 400 vastgoedobjecten, bestaande uit gebouwen en gronden. Het maatschappelijk vastgoed huisvest organisaties die van belang zijn voor een prettige woonomgeving, sociale cohesie en maatschappelijk welzijn. Het zijn musea, wijkcentra, monumenten, sportgebouwen en -velden, atelierruimtes, terreinen voor volks- en speeltuinen en scoutingverenigingen en enkele tijdelijke onderwijsgebouwen. Ook hebben we acht multifunctionele accommodaties (MFA's), waarin meerdere functies met elkaar in één gebouw gehuisvest zijn. Dit betreffen relatief grote en moderne gebouwen in onze portefeuille. Ter illustratie: deze acht gebouwen beslaan meer dan een kwart van het aantal vierkante meters in onze portefeuille. Voorbeelden zijn het Eemhuis, het Icoon en de Zonneparel.
Onderdeel van ons vastgoed zijn ook ongeveer 25 monumentale objecten, onder andere de Koppelpoort, de Onze Lieve Vrouwe-toren en het Belgenmonument. Het zijn met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Deze objecten zijn niet of slechts gedeeltelijk te verhuren en hebben hoge onderhoudskosten, omdat het onderhoud zeer specialistisch van aard is. Ten behoeve van deze onderhoudskosten is een structureel budget beschikbaar.
In 2030 wordt een grootscheepse restauratie van de Onze Lieve Vrouwe-toren verwacht. Dergelijke grote investeringen worden niet binnen de onderhoudskosten begroot. In 2020 is het krediet van € 1 miljoen dat beschikbaar was voor onderhoud aan de torenspits doorgezet naar 2028. Het is nog niet exact bekend wat het benodigde budget zal zijn, maar het ligt naar verwachting boven de € 10 miljoen. Het doorschuiven van het budget is een eerste stap in het reserveren voor dit grote onderhoudsproject. Daarnaast is de restauratie opgenomen in de planning van de Vervangingsinvestering Maatschappelijk Vastgoed. Wij zullen op termijn terugkomen op de te verwachten restauratie van de toren, welke een zeer forse investering met zich mee zal brengen.
Om een beter beeld te krijgen van de toekomstige te verwachten vervangingsinvesteringen in de vastgoedportefeuille is gewerkt aan een meerjareninvesteringsplanning.
Een groot deel van het maatschappelijk vastgoed komt in aanmerking voor verduurzaming. Hiervoor is een Routekaart en een uitvoeringsplan opgesteld die op 10 november 2020 met de Raad is gedeeld. In 2021 en 2022 zijn de eerste gebouwen verduurzaamd met het verkregen budget in de begroting van 2021-2024. De komende jaren wordt dit doorgezet. In 2023 heeft een innovatieve aanbesteding plaatsgevonden waarmee 5 aannemende partijen geselecteerd zijn om de kernportefeuille in de komende jaren te verduurzamen. In 2024 en volgende jaren zal daarin een flinke stap gezet worden. Hierover is meer opgenomen in hoofdstuk 1.2, Ruimtelijke ontwikkeling.
De strategische portefeuille bestaat uit vastgoed (gronden en gebouwen), dat verworven is ten behoeve van de uitbreiding en kwalitatieve verbetering van de stad, zoals voor (her-)ontwikkeling van woningbouw en voor bedrijfsmatige en infrastructurele projecten. Ook het te verkopen vastgoed maakt onderdeel uit van de strategische portefeuille.
Het beheer en de exploitatie van ons vastgoed hebben wij voor een groot deel uitbesteed aan SRO Amersfoort BV. Hiertoe hebben wij met SRO een Raamovereenkomst onroerende zaken gesloten, waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen. De vigerende overeenkomst is verlengd tot en met 2024. Ook de dienstverleningsovereenkomst van Sport loopt tot 2025. Inmiddels herijken we gezamenlijk deze overeenkomsten en wordt de verlenging van de samenwerking per 1 januari 2025 voorbereid.
In de Raamovereenkomst onroerende zaken zijn de afspraken met SRO vastgelegd. Ook hebben wij met KPI’s vastgelegd welke informatie over ons vastgoed SRO rapporteert op de thema's veiligheid, duurzaamheid en klanttevredenheid. SRO zet onder deze overeenkomst stappen om de noodzakelijke informatie te kunnen delen en de klanttevredenheid van hun huurders te vergroten. De komende jaren werken wij met SRO aan de verbetering van de prestaties van ons vastgoed. Voor de sportgebouwen en ook de meeste van de welzijns- en culturele gebouwen bouwt SRO de voorziening op en voert zij vanuit deze voorziening het meerjarig, planmatig onderhoud uit. Voor de MFA's en Flint geldt dat de gemeente de onderhoudsvoorziening opbouwt. De basis voor deze voorziening zijn meerjarige onderhoudsplannen die elke drie jaar geactualiseerd worden.
Beleidskader – Gebouwen voor gemeentelijke organisatie
In het najaar van 2019 heeft de raad besloten tot de realisatie van de nieuwe huisvesting voor de
gemeentelijke organisatie. In het nieuwe kantoorconcept staat ontmoeten en samenwerken
centraal. Door de toepassing van dit concept kunnen we onze huisvesting efficiënter maken en van
5 verschillende locaties naar 1 locatie gaan.
In afwachting van de oplevering van het nieuwe stadhuis in 2026 wordt in de huidige gebouwen alleen het instandhoudingsonderhoud uitgevoerd. Om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen m.b.t.
brandveiligheid en ARBO zijn daarnaast ook extra werkzaamheden noodzakelijk. Het rendement van deze voorzieningen is uiteraard slechts tijdelijk en gedeeltelijke desinvestering is onontkoombaar.
De reserve wordt gevoed met de jaarlijkse storting voor onderhoud gebouwen stadhuisplein. De onttrekking vindt op basis van de geraamde uitgaven plaats. Dat betreft, naast het meerjarenonderhoud voor Stadhuisplein 5 en 7, het instandhoudingsonderhoud voor de te verlaten huidige gebouwen Stadhuisplein 1 en 3 en Molenstraat 2. Voor de overige locaties Stadhuisplein 5 en 7 worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd volgens de opgestelde duurzame meerjarenonderhoudsplannen voor deze gebouwen.
Na het gereedkomen van de nieuwe huisvesting wordt een nieuw duurzaam meerjarenonderhoudsplan opgesteld, waarna de reserve wordt omgebouwd naar een reguliere onderhoudsvoorziening.
Onderwijshuisvesting
Gemeente en schoolbesturen hebben samen een zorgplicht t.a.v. de onderwijshuisvesting. Schoolbesturen zijn juridisch eigenaar van de schoolgebouwen, de gemeente heeft een economisch claimrecht. Wij zijn verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en vervangende nieuwbouw, schoolbesturen voor het totale onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Omdat Amersfoort verouderde schoolgebouwen heeft, hebben schoolbesturen en gemeente in 2014 een Integraal huisvestingsplan gemaakt om alle onderwijshuisvesting te vervangen en te verduurzamen.
In 2019 heeft uw Raad de gemeentelijke zorgplicht gedoordecentraliseerd aan de coöperaties Samenfoort PO en Samenfoort VO, waarin alle schoolbesturen vertegenwoordigd zijn. De multifunctionele accommodaties die scholen huisvesten zijn geen onderdeel van de afspraken met de coöperaties. De coöperaties maken investeringsplannen voor de onderwijshuisvesting. Uw raad heeft eind 2022 de investeringsplannen voor primair en voortgezet onderwijs voor de periode 2023-2026 ontvangen en de voortgangsrapportage voor de periode 2019-2022.
Er wordt in het primair onderwijs wijkgericht gewerkt aan nieuwbouw. De scholen in de wijk Schothorst worden als eerst vernieuwd. De nieuwe schoolgebouwen van kindcentrum de Kei en kindcentrum Talentum zijn geopend. IKC het Park wordt begin 2025 opgeleverd. Nieuwbouw van basisscholen in het Soesterkwartier worden in 2024 verder voorbereid. Het voortgezet onderwijs vernieuwt tot en met 2026 vijf gebouwen. In 2023 zijn het nieuwe Element en het nieuwe Trivium opgeleverd. Het Guido de Bres wordt in oktober 2024 geopend. De Amersfoortse Berg is in de zomer van 2023 verhuisd naar het oude Element. Het nieuwe schoolgebouw is in aanbouw. Het Axia college is ook in aanbouw. De verwachte oplevering is in de zomer van 2025.
Elke vier jaar wordt de raamovereenkomst doordecentralisatie onderwijshuisvesting herijkt. In samenspraak met de Coöperaties Samenfoort PO en VO dragen we zorg voor een aangepaste versie. Multifunctioneel gebruik van frisse en energieneutrale schoolgebouwen kan nu eenvoudiger en sneller gerealiseerd worden. Hiermee rusten we schoolgebouwen beter toe op de toekomst.
Afschrijvingsduur per categorie
Tabel: PO.03 Afschrijvingsduur per categorie
CATEGORIE | AFSCHRIJVINGSDUUR |
---|---|
Materiële vaste activa |
|
Automatisering: |
|
Netwerkbekabeling glas | 10 jaar |
Thin-clients | 6 jaar |
Server software en licenties | 3 - 5 jaar |
Computer(accessoires) | 2 - 5 jaar |
Data center voorzieningen | 3 - 6 jaar |
Applicatiesoftware | 7 - 10 jaar |
Inventaris: |
|
Meubilair | 10 jaar |
Overige voorzieningen | 5 - 15 jaar |
Vervoermiddelen: |
|
Dienstauto's | 5 jaar |
Gebouwen: |
|
Diverse gebouwen (o.a. stadhuis, zwembad, sporthallen etc.) | 20 - 50 jaar |
Renovatie gebouwen | 5 - 30 jaar |
Diverse noodlokalen | 15 jaar |
Terreinen: |
|
Sportterreinen | 40 jaar |
Speelterreinen | 30 jaar |
Kunstgrasvelden | 10 jaar |
Infrastructuur: |
|
Reconstructies en groot onderhoud wegen | 25 - 40 jaar |
Integrale projecten in de openbare ruimte | 35 jaar |
Kademuren/ bruggen | 50 jaar |
Beschoeiingen | 40 jaar |
Houten bruggen | 25 jaar |
Verkeersregelinstallaties | 15 jaar |
Openbare verlichting masten | 48 jaar |
Openbare verlichting armaturen | 24 jaar |
Openbare verlichting kabels | 60 jaar |
Openbare verlichting schakelkasten | 30 jaar |
Rioleringsinvesteringen | 40 jaar |