Na het vaststellen van de Begroting 2024-2027 heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan, die opgenomen zijn in de Kadernota 2025-2028. Uw Raad heeft deze Kadernota op 9 juli 2024 vastgesteld. Dit is het uitgangspunt voor het opstellen van de Begroting 2025-2028.
Tabel: FO.01 Kadernota 2025-2028
(x mln.)
| BEGROTING 2025 | RAMING 2026 | RAMING 2027 | RAMING 2028 |
---|---|---|---|---|
Kadernota 2025-2028 | -12,0 | -12,8 | -12,7 | -19,5 |
waarvan incidenteel | -31,0 | -12,8 | -2,4 | -0,8 |
waarvan structureel | 19,0 | 0,0 | -10,3 | -18,7 |
Weerstandsratio | 2,5 | 2,2 | 2,0 | 1,4 |
Na het vaststellen van de Kaderbrief 2025-2028 heeft zich een aantal financiële ontwikkelingen voorgedaan. In onderstaande tabel zijn deze ontwikkelingen weergegeven.
Tabel: FO.02 Ontwikkelingen na vaststelling Kadernota 2025-2028
(x mln.)
|
| BEGROTING 2025 | RAMING 2026 | RAMING 2027 | RAMING 2028 |
---|---|---|---|---|---|
1 | Meicirculaire | 3,6 | 12,4 | 8,6 | 14,9 |
2 | Loon- en prijsontwikkeling | -14,1 | -13,6 | -13,4 | -13,5 |
3 | Index belastingen (OZB) | 2,0 | 2,1 | 2,1 | 2,1 |
4 | Areaal-effect | 0,1 | 0,1 | 0,0 | -2,3 |
5 | Rente-effect | 3,6 | 1,3 | 0,6 | 0,8 |
6 | Kapitaallasten | 1,6 | 1,4 | 0,5 | -0,9 |
7 | Stelpost Kapitaallasten | 0,0 | 0,0 | -0,5 | 0,0 |
8 | Inzet vrijval Kapitaallasten 'Nieuw Stadhuis' in 2026 | 0,0 | -2,0 | 0,0 | 0,0 |
9 | Verlaging OZB n.a.v. Knooppunt Hoevelaken | 0,0 | 0,0 | -0,3 | -0,3 |
10 | Actualisatie OZB begroting 2025-2028 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -0,8 |
11 | Kostendekkendheid Riolering/Afval/CBA/VTH | -0,5 | -0,8 | -0,6 | -0,2 |
12 | Bijdrage RWA Amersfoort | 0,9 | 1,4 | 2,0 | 2,1 |
13 | Actualisatie bijdrage Samenfoort | -0,2 | -0,2 | -0,2 | -0,2 |
14 | Mutaties ombuigingen | -0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
15 | Overige mutaties | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 |
Totaal ontwikkelingen na vaststelling Kadernota 2025-2028 | -3,5 | 2,0 | -1,3 | 1,9 |
- Na het opstellen van de Kadernota 2025-2028 is de Meicirculaire 2024 van het gemeentefonds verschenen. Daarover bent u geïnformeerd via een raadsvoorstel. De Meicirculaire 2024 leverde extra structurele financiële ruimte op die ook weer ingezet is om de kosten van de gestegen lonen en prijzen mee te dekken. Zie ook onder 2.
- Het uitgangspunt is dat onze lonen en prijzen met 3,5% stijgen. Dat betekent voor onze begroting een structurele kostenpost van ongeveer € 14 miljoen. Hier staat deels dekking uit het gemeentefonds tegenover (zie onder 1) en deels dekking uit de groei van de belastingopbrengsten (zie onder 3). In de begroting is nog een stelpost beschikbaar ten behoeve van excessieve loon- of prijsstijgingen, mochten die zich de komende jaren voor doen.
- Conform de Kadernota 2025-2028 indexeren we ook de opbrengst van de belastingen met 3,5%. Dat levert een extra opbrengst van ongeveer € 2 miljoen op. Veruit het grootste deel hiervan komt uit de Onroerende ZaakBelasting.
- Het aantal nieuwbouwwoningen en daarmee ook het aantal inwoners ligt iets lager dan vorig jaar geraamd. Dat betekent dat de areaalbudgetten licht neerwaarts bijgesteld zijn. Dat levert extra ruimte op voor de gemeentelijke begroting.
- We hebben in 2022 € 100 miljoen langlopend geleend tegen 0,7% rente. Dat geld hebben we in 2025 nog niet volledig nodig. Daarnaast verwachten we ook geld te ontvangen van het Rijk in het kader van diverse cofinancieringsregelingen. De uitgaven daarvan vinden na 2025 plaats. We zijn verplicht om de kasmiddelen die we niet gebruiken, in 's Rijks Schatkist te storten in het kader van het schatkistbankieren. De rente bij de Schatkist ligt momenteel rond de 4%. Het bedrag in de Schatkist loopt de komende jaren af; we verwachten ook dat de rente gaat dalen, wat na 2025 aflopende rentebaten oplevert.
- Vanwege verschuivingen in de investeringen (zoals ook gemeld in de Zomerrapportage 2024) is er in 2025 sprake van lagere kapitaallasten. Conform de uitgangspunten van de begroting storten we de voordelen in een stelpost kapitaallasten, om in latere jaren, wanneer er hogere kapitaallasten zijn, deze te kunnen dekken uit deze stelpost. Dat doen we niet in het eerste begrotingsjaar (2025). Omdat het voordeel van 2026 vooral bestaat uit lagere kapitaallasten vanwege de latere oplevering van het nieuwe Huis van de stad, en we dus langer in het huidige stadhuis moeten blijven, gebruiken we de lagere kapitaallasten om de kosten te dekken om langer in het huidige stadhuis te blijven werken.
- In 2027 is er sprake van een voordeel van de kapitaallasten die we toevoegen aan de stelpost kapitaallasten. Zie ook onder 6.
- Zoals onder 6 gemeld, is er in 2026 sprake van een voordeel in de kapitaallasten van € 2,0 miljoen van het nieuwe Huis van de stad. Dat geld gebruiken we om langer in het huidige stadhuis te blijven werken.
- In 2026 is het maximum bereikt dat nodig is voor de reserve Hoevelaken (€ 10 miljoen). Dat betekent dat de OZB verhoging van € 0,3 miljoen teruggedraaid kan worden in 2027. De OZB wordt in 2027 met dat bedrag verlaagd, wat een nadeel betekent voor onze gemeentelijke begroting.
- Vanwege een iets kleinere groei van het aantal woningen dan eerder gedacht (zie ook onder 4) is de OZB opbrengst in de toekomst marginaal lager dan vorig jaar verwacht.
- Er is per saldo ongeveer € 0,5 miljoen minder door te belasten aan de leges en tarieven. Dat komt onder andere doordat we minder compensabele BTW kunnen verrekenen in de tarieven.
- Jaarlijks betalen we RWA de bijdrage die wij voor de WSW-geïndiceerden ontvangen. Die bijdrage stond voor jaarlijks hetzelfde bedrag in de begroting, terwijl de bijdrage daalt vanwege een afnemende populatie van de SW-geïndiceerden. Nu is de juiste reeks opgenomen, wat leidt tot een voordeel.
- Jaarlijks bekijken we of de te betalen prijsindex aan de onderwijscoöperaties bijgesteld moet worden. De accrespercentages uit de gemeentefondscirculaires zijn hiervoor leidend. Het accrespercentage voor 2025 ligt met 4,45% hoger dan onze eigen prijsindex (3,5%). Dit leidt dus tot een extra te betalen bedrag aan de onderwijscoöperaties.
- Een aanpassing in het ingroeipad van de ombuigingen bij Stedelijk Beheer levert in 2025 een incidenteel nadeel op van € 0,6 miljoen.
- Tot slot is er een aantal kleinere financiële mutaties die beperkte impact hebben.
Bovenstaande ontwikkelingen leiden tot een nieuwe stand van de Begroting 2025-2028. Deze nieuwe stand is in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel: FO.03 Begrotingssaldo
(x mln.)
|
| BEGROTING 2025 | RAMING 2026 | RAMING 2027 | RAMING 2028 |
---|---|---|---|---|---|
| Kadernota 2025-2028 | -12,0 | -12,8 | -12,7 | -19,5 |
| waarvan incidenteel | -31,0 | -12,8 | -2,4 | -0,8 |
| waarvan structureel | 19,0 | 0,0 | -10,3 | -18,7 |
| Weerstandsratio | 2,5 | 2,2 | 2,0 | 1,4 |
| Ontwikkelingen na vaststelling Kadernota 2025-2028 | -3,5 | 2,0 | -1,3 | 1,9 |
| waarvan incidenteel | -10,7 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
| waarvan structureel | 7,2 | 2,0 | -1,3 | 1,8 |
| BEGROTINGSSALDO 2025-2028 | -15,5 | -10,7 | -14,0 | -17,6 |
| Waarvan incidenteel | -41,8 | -12,7 | -2,4 | -0,7 |
| Waarvan structureel | 26,2 | 2,0 | -11,6 | -16,9 |
| WEERSTANDSRATIO | 2,4 | 2,2 | 1,9 | 1,5 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat er per saldo een structureel batig begrotingssaldo van € 26,2 miljoen in 2025 resteert, ook al geven we feitelijk meer geld uit in 2025 dan er binnen komt.
Onze begroting is in de eerste twee jaren structureel sluitend en in de jaren 2025 en 2026 voldoet de begroting daarmee aan de normen van de financiële ijkpunten. Zoals al eerder aangegeven, kennen we de jaren daarna financiële tekorten, die vooral veroorzaakt worden doordat we minder middelen van het Rijk ontvangen. In die tekorten is nog geen rekening gehouden met de ambities die ons college tot en met 2026 incidenteel gedekt heeft in de begroting, maar die eigenlijk om structurele dekking vragen. Het betreft de volgende posten:
- regionale samenwerking € 0,38 mln.
- radicalisering € 0,071 mln.
- formatie sport € 0,142 mln.
- aanpak ondermijning € 0,2 mln.
- ecoloog € 0,15 mln.
- U-net € 0,3 mln.
Indien een nieuwe coalitie ervoor kiest om deze posten structureel in de begroting op te nemen, vraagt dat aanvullend om € 1,243 miljoen extra (structurele) dekking.
De weerstandsratio voldoet alle jaren van de meerjarenbegroting aan de minimaal vastgestelde normen. Zouden we vasthouden aan de maximale norm, en de weerstandsratio in 2025 al afromen tot dat maximum, komen we in latere jaren onder de minimale norm van de bandbreedte uit. Ons College vindt het daarom acceptabel om de eerste jaren boven de bandbreedte uit te komen met de weerstandsratio.
Dat is ook de reden dat ons college nu niet direct op zoek gaat naar mogelijkheden om ook in 2027 en volgende jaren een sluitende begroting te realiseren. Het college doet in deze begroting geen voorstellen voor het dichten van de tekorten vanaf 2027. Op de eerste plaats vinden wij dit een keuze voor het volgende gemeentebestuur na de verkiezingen in 2026. Daarnaast hebben we net een ombuigingsproces van € 24 miljoen achter de rug wat eerst nog uitgewerkt en geëffectueerd moet worden. Bovendien zijn er nog de nodige onzekerheden. Het nieuwe kabinet kan immers nog maatregelen nemen om het financiële ravijn bij de gemeenten te dichten.
Ons college voelt zich verantwoordelijk om een volgend bestuur een solide financiële uitgangspositie te geven, waarin voldoende ruimte en comfort is zodat er snel keuzes gemaakt kunnen worden wanneer noodzakelijk. Daarvoor zullen wij tijdig de nodige voorbereidingen treffen. Ook zijn er incidentele middelen beschikbaar waardoor er tijd is om verdere ombuigingen na 2026 te implementeren. Een mogelijk volgend ombuigingspakket vraagt fundamentele keuzes in ambities en opgaven.
Tabel: FO.05 Staat van de reserves
OMSCHRIJVING | SALDO BEGIN 2024 | SALDO BEGIN 2025 | SALDO BEGIN 2026 | SALDO BEGIN 2027 | SALDO BEGIN 2028 | SALDO BEGIN 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
Algemene Reserve | 87.187 | 94.941 | 76.469 | 64.808 | 50.734 | 32.993 |
Bestemmingsreserves | 90.812 | 91.150 | 90.350 | 85.028 | 82.861 | 81.694 |
Gerealiseerd resultaat | 30.952 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
TOTAAL | 208.951 | 186.091 | 166.819 | 149.836 | 133.595 | 114.687 |
Tabel: FO.06 Staat van de voorzieningen
OMSCHRIJVING | SALDO BEGIN 2024 | SALDO BEGIN 2025 | SALDO BEGIN 2026 | SALDO BEGIN 2027 | SALDO BEGIN 2028 | SALDO BEGIN 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|
A. Onderhoudsegalisatie | 26.421 | 24.250 | 16.761 | 15.255 | 18.119 | 20.673 |
B. Middelen derden | 14.128 | 13.431 | 12.873 | 12.273 | 11.676 | 11.081 |
C. Verplichtingen, verliezen en risico's | 39.787 | 39.871 | 39.955 | 40.039 | 40.123 | 40.207 |
D. Voorziening voor bijdrage aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven | 8.159 | 7.992 | 10.027 | 9.902 | 9.602 | 9.301 |
TOTAAL | 88.495 | 85.544 | 79.617 | 77.470 | 79.520 | 81.263 |