Wat mag dat kosten? | Begroting 2025

Wat mag het kosten?

Tabel: PF.5.1 Financieel overzicht

PROGRAMMA	REKENING 2023	BEGROTING 2024	BEGROTING 2025	RAMING 2026	RAMING 2027	RAMING 2028
LASTEN EXCLUSIEF STORTINGEN IN RESERVES	-9.730	-6.286	-8.778	-5.877	-10.446	-12.046
5.1 Financiën en belastingen	-9.730	-6.286	-8.778	-5.877	-10.446	-12.046
- AFSCHR KUNST EN CULTUUR	-15	-107	-23	-46	-46	-46
- ALGEMENE BATEN EN LASTEN	-182	-3.087	-2.476	-2.320	-6.550	-8.604
- ALGEMENE UITKERING GEMEENTEFONDS	0	0	0	0	0	0
- BELASTINGEN EN HEFFINGEN	-586	-473	-370	-371	-370	-369
- GELDLENINGEN EN BELEGGINGEN	-6.491	-216	-3.402	-631	-957	-486
- PERSONELE LASTEN AFDELINGEN	-2.457	-2.404	-2.507	-2.509	-2.524	-2.540
BATEN EXCLUSIEF TOEVOEGINGEN AAN RESERVES	435.373	466.710	483.584	456.496	453.318	456.936
5.1 Financiën en belastingen	435.373	466.710	483.584	456.496	453.318	456.936
- AFSCHR KUNST EN CULTUUR	0	0	0	0	0	0
- ALGEMENE BATEN EN LASTEN	750	0	0	0	0	0
- ALGEMENE UITKERING GEMEENTEFONDS	370.138	402.191	414.617	387.920	384.158	387.256
- BELASTINGEN EN HEFFINGEN	57.080	59.755	63.632	66.049	66.768	67.319
- GELDLENINGEN EN BELEGGINGEN	7.403	4.763	5.336	2.527	2.392	2.361
- PERSONELE LASTEN AFDELINGEN	1	0	0	0	0	0
SALDO EXCLUSIEF MUTATIES RESERVES	425.642	460.424	474.806	450.619	442.872	444.890
5.1 Financiën en belastingen	425.642	460.424	474.806	450.619	442.872	444.890
MUTATIES RESERVES	27.952	23.844	18.009	11.273	14.073	17.741
5.1 Financiën en belastingen
Stortingen in reserve	1.731	971	-8.861	-500	0	0
Onttrekking aan reserve	26.221	22.873	26.871	11.773	14.073	17.741
Subtotaal 5.1 Financiën en belastingen :	27.952	23.844	18.009	11.273	14.073	17.741
RESULTAAT PROGRAMMA INCLUSIEF MUTATIES RESERVES	453.594	484.267	492.816	461.893	456.945	462.631
5.1 Financiën en belastingen	453.594	484.267	492.816	461.893	456.945	462.631

Toelichting op afwijkingen

Tabel: PF.1.2. Afwijkingen tussen begroting 2024 en begroting 2025

PROGRAMMA	LASTEN	BATEN
5.1 Financiën en belastingen	-2.492	16.875
TOTAAL	-2.492	16.875

Analyse

Een ‘min’ betekent een financieel nadeel voor de gemeente en een ‘plus’ een financieel voordeel. Een ‘I’ staat voor Incidenteel (eenmalig) en de ‘S’ voor Structureel (doorlopend). De financiële analyses zijn op hoofdlijnen en geven de belangrijkste financiële afwijkingen aan. Dat betekent dat de financiële verklaring niet in alle gevallen uitputtend zal zijn. Bedragen onder de € 0,3 miljoen laten wij doorgaans buiten beschouwing in de financiële analyses en de begrotingsrechtmatigheid.

Tabel: PA.5.1 Toelichting op de belangrijkste begrotingsmutaties

TOELICHTING OP DE BELANGRIJKSTE MUTATIES VAN BEGROTING 2025 T.O.V. BEGROTING 2024	LASTEN	BATEN	I/S
5.1 Financiën en belastingen
Ontwikkeling Algemene Uitkering
Accresontwikkeling Septembercirculaire 2023
Voorjaar 2022 heeft het Kabinet besloten om de accressen te bevriezen tot en met 2025. Wel is er nog een beperkte groei aan de hand van bijgestelde loon- en prijsverwachtingen. Dit leidt tot een positief financieel effect van € 2.900.000.		2.861	S
Raadsvoorstel septembercirculaire 2023		2.861	S
Accresontwikkeling Meicirculaire 2024
In de Voorjaarsnota van het Rijk van 2024 heeft het Rijk laten weten de opschalingskorting te schrappen. Dit is ook meegenomen en verwerkt in de Meicirculaire 2024. Dit zorgt voor een structurele meevaller van € 5.600.000 in de jaren 2026 en verder. Hiertegenover staat dat het Rijk, in 2025, een eenmalige uitname uit het gemeentefonds doet voor hetzelfde bedrag. Daarnaast heeft het Rijk de koppeling van het Gemeentefonds aan de groei van het BBP vervroegd van 2027 naar 2024. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een prijs-deel en een volume-deel. Voor 2025 heeft dit een financieel effect van - € 10.300.000 voor de prijsontwikkeling, en € 2.500.000 positief voor de volume-ontwikkeling. Onze provinciale toezichthouder heeft aangegeven dat we onze ruimte onder het plafond van het BTW-Compensatiefonds (BCF) weer structureel mogen ramen. Conform de meicirculaire 2024 gaat het om een bedrag van € 5.100.000. Ten slotte zit in de Meerjarenbegroting 2025-2028 de jaarlijkse correctie opgenomen, om het gemeentefonds terug te rekenen naar prijspeil 2025. Voor 2025 gaat dit om een bedrag van € 12.000.000. Meer informatie is terug te vinden in het raadsvoorstel van de Meicirculaire 2024:		9.328	S
Raadsvoorstel meicirculaire 2024		9.328	S
Landelijke Ontwikkelingen
In de meicirculaire 2024 zijn een aantal maatstaven landelijk bijgesteld; onder andere de ontwikkeling van de WOZ-waarden is hier een voorbeeld van. Voor 2025 gaat het om een positieve bijstelling van € 1.300.000.		1.297	S
Raadsvoorstel septembercirculaire 2023
Raadsvoorstel meicirculaire 2024
Amersfoortse Groei
Op basis van de ontwikkeling van onze eigen aantallen, zien we in 2025 dat dit leidt tot een nadeel in de uitkering vanuit het Gemeentefonds. Dit wordt met name veroorzaakt door de wijziging in de aantallen van de maatstaf 'huishoudens met een laag inkomen (drempel)'. Aangezien het hier gaat om een relatief nieuwe verdeelmaatstaf, passen we in Amersfoort daar een ingroeimodel voor toe.		-7.486	S
Taakmutaties
Deze begroting 2025 vergelijken we met de laatst gewijzigde begroting 2024. Het Rijk heeft de afgelopen jaren meerdere circulaires uitgebracht, waarbij extra gelden beschikbaar werden gesteld aan de gemeente voor verscheidene taakmutaties. Deze zijn terug te vinden in de betreffende programma's, en betreffen per saldo een bedrag van € 5.600.000.		5.604	S
Rente vaste geldleningen portefeuille
Lagere rentelasten (voordeel) op de vaste geldleningen portefeuille o.a. door aflossingen van bestaande leningen (jaarlijks circa € 24.000.000).	1.294		S
Hogere rentebaten
De gemeente is verplicht om overtollige geldmiddelen uit te zetten bij ’s Rijks schatkist (Schatkistbankieren). De overtollige geldmiddelen worden veroorzaakt door het aantrekken van een vaste geldlening van € 100.000.000 in 2022 (met name voor de bouw van het nieuwe stadhuis) alsmede vanwege vertragingen van investeringen. De Schatkist heeft een rentevergoeding op deze uitgezette geldmiddelen met als resultaat rentebaten.		1.537	I
Omslagrente investeringen/Kapitaallasten
Hogere rentebaten op overtollige middelen in 's Rijk schatkist (Schatkistbankieren). Dit vanwege een lagere financieringsbehoefte veroorzaakt door de latere start van de bouw van het nieuw stadhuis en het doorschuiven van investeringen naar volgende begrotingsjaren. Dit leidt op taakveld Treasury tot een nadeel en in de programma's tot een voordeel voor een bedrag van € 4.553.000.	-4.553		S
Rente Grondexploitatie
In december 2023 heeft de commissie BBV de Notitie Rente geactualiseerd. De belangrijkste wijziging betreft een aanpassing in de toerekening van de rentelasten aan de grondexploitaties. Met ingang van 2025 wordt voor grondexploitaties geen aparte rente calculatie meer opgesteld. Het BBV heeft de rentetoerekening opgenomen in de reguliere omslagrente.		-958	I
Onroerende Zaakbelasting (OZB)
De extra baten uit de OZB bedragen voor het jaar 2025 € 3.400.000. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende componenten:		3.340	S
De indexatie geeft een extra opbrengst van € 2.000.000.
Door de realisatie van woningen en niet-woningen in 2025 wordt een hogere OZB-opbrengst verwacht van € 734.000.
In de Kadernota 2025-2028 is besloten de OZB voor de eigenaren van woningen te verhogen als gevolg van de verlaging van de rioolheffing en afvalstoffenheffing. Dit gaat om een bedrag van € 303.000.
In de Kadernota 2025-2028 is besloten de OZB voor de eigenaren en gebruikers van niet-woningen met 1% te verhogen. Dit gaat om een bedrag van € 268.000.
Toeristenbelasting
De extra opbrengsten uit de toeristenbelasting voor het jaar 2025 bedragen € 522.000. Dit bedrag bestaat uit de volgende componenten:		522	S
Op basis van de Kadernota 2025-2028 wordt het tarief geleidelijk verhoogd naar € 6,14 per nacht in 2027. Voor het jaar 2025 wordt het tarief per nacht € 4,60 en geeft dit een extra opbrengst van € 500.000.
De indexatie voor 2025 geeft een extra opbrengst van € 22.000.
Ombuigingen (ingroei vanaf) 2025
In 2025 zijn verdeeld over de verschillende begrotingsprogramma's ombuigingen opgenomen. Onderdeel van de ombuigingen was het besluit dat (per saldo) € 685.000 aan maatregelen verschuift van 2025 naar 2026. Dit is verwerkt financieel technisch verwerkt binnen dit programma.	-685		S
Stelpost kapitaallasten
In 2024 was er sprake van een stelpost die is ontstaan door de vrijval en/of doorschuiven van investeringen. In 2025 is deze stelpost niet gevormd en zijn deze middelen (ter hoogte van € 1.600.000) ten gunste van het begrotingssaldo gekomen. Om die reden is in dit programma een voordeel ontstaan in 2025 van ruim € 1.200.000 t.o.v. 2024.	1.249		S
9. Mutatie reserves
Saldireserve - Eerdere Jaren
Mutaties in de saldireserve conform eerder vastgestelde begrotingen, jaarrekeningen en kadernota's.	-8.361	11.267	I
Saldireserve - saldo reserve Binnenstedelijke ontwikkelingen
In 2025 ontrrekken we € 40.000 t.b.v. het saldo van de reserve Binnenstedelijke Ontwikkelingen		40	I
Saldireserve - Begrotingssaldo
Onttrekking begrotingssaldo 2025 aan de saldireserve.		15.527	I
		15.527	I